Nu de dagen langer en warmer geworden zijn, gaat onze voorkeur naar de voormiddag. Zo rest er achteraf nog tijd om thuis iets nuttigs te presteren. In de tuin bijvoorbeeld, want de planten groeien dezer dagen op kruissnelheid. Dat is in de natuurgebieden ook duidelijk merkbaar. Sommige paden zijn bijna helemaal dichtgegroeid. Enkele keren hebben we ons een weg moeten banen tussen de brandnetels. Voor de lieve plantjes is het maar te hopen dat het gauw eens stevig gaat regenen, want zij dreigen een dranktekort te krijgen. De bodem is overal kurkdroog. Dat schept mogelijkheden om ons in traditioneel natte gebieden te wagen. Wij zijn een eind langs de Stiemerbeek gereden tot aan de nieuwe roetschbaanogende fietsersbrug in Genk. Achter de brug zijn we de bossen ingedoken. Het was al een eeuwigheid geleden dat we er nog geweest waren. Onze webmaster kwam het allemaal als onbekend voor. Het is er wel erg veranderd. Er zijn enkele mooie tracks bijgekomen. Stevige kuitenbijters. Mooie kronkelende afdalingen met hier en daar een heuse springschans. Aan dat laatste hebben we ons niet gewaagd.
Vanaf daar ging het richting Melberg. Hier hebben we de hellingen wat afgewisseld met vlakkere stukken. De hoogtemeters dikken ondertussen toch wel aan. Bij thuiskomst stonden er 421 hm op de gps.
Omdat het zo droog was, zouden we nog een omweg maken via de Maten. Geen geploeter, geen moddertoestanden, je houdt het haast niet voor mogelijk.
Vanaf het Kneip zijn we door de lange dreef naar Bokrijk gereden om dan vanaf het station een eind langs de spoorweg terug te keren. Het spoor inspireerde ons om ook een treintje te vormen, dat aan een mooi tempo stilaan huiswaarts reed.
We zouden langs Molenheide terug keren. Hier zorgde het losse zand ervoor dat we behalve op de pedalen ook flink op onze adem trapten.
Daar krijgt een mens dorst van. Dat probleem werd deskundig opgelost op het terras van de QV.