We stonden met een mooi pelotonnetje van acht Terrilhackers aan de start. JOSke was daar niet bij, want over hobbelige paden fietsen met een gebroken staartbeentje is geen aanrader. Regen en stormwinden waren de reden dat we deze maand nog geen terril hebben kunnen aanvinken. Vandaag zouden wij ons in regel stellen en naar Winterslag trekken. Door een onrechtstreeks gevolg van de voorbije stormdagen zouden we daar echter slechts met z’n zessen aankomen. We hadden op de Teut al een paar keer een doorgang moeten zoeken langs omgewaaide bomen en veel paden lagen bezaaid met afgewaaide takken in allerlei maten. Steven kreeg op Molenheide letterlijk een stok tussen de wielen waardoor de achterderailleur stevig van vorm veranderd was. Na wat plooi- en knutselwerk kon hij, vergezeld van Jacky, rustig terug naar Driesweg fietsen, maar het betere veldwerk zat er voor hem niet meer in. Via Spronken en de Schemmerberg reden we naar Winterslag. We wrongen ons door Hal 11 en nog een paar nabijgelegen kronkelpaadjes om dan langs De Lijn over het klinkerpad naar boven te rijden. Daar konden de e-bikers hun wattages aanspreken om ons aan een stevig tempo voorbij te razen. Eenmaal terug op de begane grond werd de trip verdergezet naar Driehoeven, waar we geen enkele meter onbenut lieten. Het waren tot nu toe al 25 pittige kilometers geweest. Geert moest na 30 km zelfs zijn reservebatterij uit de rugzak bovenhalen. Voor de terugweg kozen we de bossen en vijvers van Hengelhoef, waar de storm ook zijn sporen heeft nagelaten. Een gigantische beuk lag er, in tientallen stukken gebroken, over de weg alsof er een bom op ingeslagen was.
Met 42 km op de teller hadden we wel een drankje verdiend. In Den Dijk vonden we nog net een vrije tafel aan de tv zodat we de laatste kilometers van de Primavera konden meemaken, terwijl wij samen klonken op onze jarige webmaster.