We hebben de Stoneman goed verteerd en nu begeven we ons opnieuw op vertrouwd terrein. Tijdens onze afwezigheid is de zomer omgeslagen naar de herfst met een hele reeks regenbuien tot gevolg, zodat de natuur zich eindelijk kan tegoed doen aan het broodnodige water. Die slok water heeft de heideplantjes blijkbaar een boost gegeven, want medio september lijken ze een tweede leven te hebben gekregen. Voor ons is er een einde gekomen aan het ploeteren door diepe zandbakken.
We hebben een tijd op de Teut rondgereden en hebben de Kloeteberg nog eens vereerd met een bezoek. Via Klein Hengel reden we naar Hengelhoef en maakten daar de verbinding met Zwartberg. Tijdens de trip rond Labiomista zagen we hoe de talrijke ooievaars genoten van hun laatste dagen in Belgenland alvorens naar zuiderse oorden te emigreren. We zijn de Weg naar Opglabbeek overgestoken om dan aan de hallen van het vliegveld terug in de natuur te verdwijnen. Op Nieuwe Kempen hebben we het traject in de omgekeerde richting gereden. De track “langs het vliegveld” zorgde voor nog meer bochtenwerk om dan uiteindelijk over de brede paden van Opglabbekerzavel, omringd door heide, naar de begraafplaats te rijden. Omdat we ons nog niet geroepen voelen om ons daar te rusten te leggen, zijn we parallel met het oude kolenspoor terug westwaarts gereden. Op Driehoeven hebben we nog enkele singletracks meegepikt. Onze trip huiswaarts passeerde ook nog over het groene parkoers van Molenheide. Het was weer een rit vol afwisseling.
Op het terras van de Caprice kwam Guido, die zijn bakkerscapaciteiten nog steeds aanscherpt op donderdag voormiddag, nog een koffie meeslurpen, gevolgd door een blondje.