Alpen 2013: verslag van de voorzitter

Saint-Sorlin d’Arves

een dorpje van amper 350 inwoners dat deel uitmaakt van St Jean de Maurienne in het Franse departement Savoie, zou voor een korte tijd onze heimat zijn. We bevonden ons op een hoogte van 1500 m. Voor skiërs is het dorpje gekend als onderdeel van het skigebied les Sybelles. Na een nachtje autorijden over zeer rustige autostrades kwamen we tegen 9. 30 u aan bij het Hotel Clairevie. Het ontvangstcomité werd gevormd door Jos, Rita, Lisette en Willy.
De thermos koffie stond al spoedig op het zonovergoten terras. Het was nog even wachten op Theo en Lut die een afrit vroeger hadden genomen en zonder het zelf te weten al meteen mochten kennis maken met de Col du Glandon en de Col de la Croix de Fer.
Eénmaal geïnstalleerd in ons gastverblijf en de fietsen gemonteerd was het tijd voor de eerste uitstap. De zon was inmiddels verdrongen door dreigende grijze wolken en er werd geopteerd om toch maar een regenjasje mee te nemen in de rugzak. Amper weg van het hotel en onopgewarmd begonnen we er aan, de laatste 7 kilometer van de Col de la Croix de Fer.
Al spoedig viel de regen met bakken uit de hemel, niemand die in volle klim er nog aan dacht van zijn regenjas aan te trekken. Aangekomen op de top, doorweekt van de regen, was de weg opnieuw zo goed als droog. Even poseren voor de foto, de eerste 500 hoogtemeters waren een feit.
De afdaling op een droog wegdek richting het dorp Le Bourg d’Oisans werd aangevat. Na de afdaling kwam de 20 km lange vlakke aanloop naar het eigenlijke startpunt van L’Alpe d’Huez. De beklimming van 13.8 km met een gemiddeld stijgingspercentage van 7.9% werd vol goede moed aangevat. 21 haarspeldbochten volgden mekaar, netjes genummerd in dalende volgorde. Na 5 bochten kwam Marc melden dat we het ergste hadden gehad, hij zette zich prompt op kop en daagde onvrijwillig Theo en Guido uit om het tempo dan maar wat op te voeren. Hij zou zijn enthousiasme dan ook achteraf bekopen. Jos reed zijn eigen tempo en volgde op kleine afstand. Na welgeteld 70 minuten stonden we te pronken op het ereschavot. Opnieuw konden we 1061 hoogtemeters en een klinkende naam toevoegen aan ons palmares.
En terwijl wij ons naar boven begaven op de col, waren supporters van alle nationaliteiten zich volop aan het voorbereiden op donderdag, de dag dat de tour tot 2 maal toe op Alpe d’Huez zou passeren.
De terugweg naar het hotel werd ingezet na de afdaling van deze col via Villards-Recullas. Terug beneden aan het water begon de zware klim terug richting Col du Glandon en Col de la Croix de Fer. Bij het binnenrijden van Le Rivier d'Allemont stond Willy langs de weg met de bezemwagen. Hij zou ons terugvoeren naar het hotel, de lastigste kilometers van de klim werden ons bespaard, de teller stond toch al ruim over de 2000 hoogtemeters. Genoeg voor de eerste dag. De maaltijd met een goed glas wijn en een pintje bier achteraf was welgekomen. Moe maar voldaan dook iedereen in zijn nest.

Donderdag

vertrokken we op tijd en met de auto richting Villars-Recullas. De auto werd langs de weg achtergelaten op goed een kilometer van het dorp. Van daaruit zouden we ons met vele honderdduizenden naar de top van Alpe d’Huez begeven. Onderweg werd nog even de skilift ingeschakeld om een deel van de klim te overwinnen. Boven verzeilde we in de grote drukte, konden proeven van de sfeer die er rond de aankomstplaats heerste doch besloten uiteindelijk om ons toch maar te begeven richting bocht 7 waar onze noorderburen hadden post gevat.
De sfeer was er uitbundig, zang en dans en bier en sfeer, de polonaise werd er gretig gedanst. Een nooit gezien tafereel, een beeld van kermis, carnaval, … ongelofelijk.
En dan waren er uiteindelijk nog de renners die zich moeizaam een weg wisten te banen tussen al dat feestgedruis. Het was een enorm contrast, afgematte mannen gefocust en op zoek naar een ritzege omringd door de uitbundige massa. En we hadden geluk, vandaag zouden onze helden 2 maal passeren. En zodra de renners een eerste maal gepasseerd waren begaven we ons naar een andere plaats op het parcours, via de televisie konden we het verloop van de wedstrijd volgen.
Zodra Riblon de Fransen een mooie ritzege gunde besloten we de terugweg te voet in te zetten om uiteindelijk de grote massa voor te zijn. Het opzet was geslaagd. We waren het er met zijn allen over eens dat we een schitterende ervaring rijker waren en dit schouwspel voor geen geld van de wereld hadden willen missen.

Vrijdagmorgen

de renners zouden straks de Col du Glandon voor hun rekening nemen. Het was dus maar best om de omgeving van de top te vermijden zolang de karavaan er moest passeren. We daalden de Col de Croix de Fer af richting St Jean de Maurienne om van daaruit de klim van de 1638 meter hoge Col du Mollard aan te vatten.
Goed 17 km via 52 bochten kregen we voor de wielen geschoven, een schitterend mooi klim langs een bijzondere rustige weg. Heerlijk zulke klim bij een heerlijk zonnetje. De afdaling bracht ons terug op weg naar het hotel en zodoende terug op de klim van de Croix de Fer.
Nog even stoppen aan het hotel om de drinkbussen bij te vullen en we waren vertrokken met de bedoeling om nu droog de Croix de Fer te bereiken en onderweg een beetje te genieten van het mooie landschap maar de weergoden dachten er anders over. Opnieuw onder een grijze hemel haalden we de top.
We reden verder naar de top van de Glandon en kregen er als beloning een broodje gezond, een overschotje van de tourkaravaan.
Op de terugweg naar de top van de Croix de Fer begon het opnieuw stevig te regenen. Er werd dan ook wijselijk besloten om te gaan schuilen in de lokale kroeg. Hier kon je eten en drinken en ging het er soms hilarisch aan toe als de chef-bomma soep had gemaakt of frietjes en de uitbaatster niet meer wist wie de bestelling geplaatst had.
Na de koffie en een pintje bier moesten we helaas toch de regen in en de afdaling aanvatten onder bijzonder moeilijke omstandigheden. Theo rilde van de kou, Jos moest zijn lef in de zak laten wegens te gevaarlijk en moest zelfs tolereren dat Guido hem in de afdaling passeerde. Marc die al eerder een hongerklop incasseerde was blij dat hij ongeschonden het hotel gehaald had.
De douche was ondanks de beperktheden zeer deugdzaam, de maaltijd smaakte als altijd, de gazpacho, de grande salade, de konijn, de enorme kaasschotel zorgde ervoor dat elkeen weer helemaal herboren was.

Zaterdag

de magische Col de Galibier stond op het programma. Webmaster Jos had het plan weer mooi uitgetekend, we zouden vertrekken vanuit Valloire waar de dames zich in het stadje konden begeven terwijl de mannen zich zouden uitsloven in de klim.
Het weer was heerlijk, warm zelfs. De klim die normaliter begint in St Michel de Maurienne met de Col de Télégraphe is 34.5 km.
Wij hebben onze tocht aangevat vanuit Valloire, 17 km met een gemiddeld stijgingspercentage van 6.9 % en naar de top toe zelfs ruim 10 %.
Er moest een hoogteverschil van 1226 meter overwonnen worden. Jos had het hoogteprofiel en het parcours bestudeerd en in zijn stoutste dromen gepland waar hij zijn “attack” zou plaatsen, hij had het zelfs openbaar gemaakt.
We begonnen aan deze schitterende uitdaging, elk met zijn eigen plan, zijn eigen verwachting, maar de top halen was de gemeenschappelijke uitdaging. Willy die misschien wat weinig getraind had, moest zijn inspanning staken op 3 km van de top.
Theo, Guido, Marc en Jos maalden de eerste kilometers samen af, Marc opteerde als eerste om zijn eigen ritme te zoeken en de rest te laten gaan, Jos Theo en Guido bleven lang samen.
Op goed 5 km van de top gebeurde het voorspelde, Jos plaatste een snedige demarrage en nam al snel 20 m. Guido ging achter hem aan, Theo bleef rustig in zijn cadans en riep Jos willens nillens tot de orde, Jos staakte zijn wanhoopspoging en liet zich terug inlopen. De inspanning zou zijn tol eisen, in de laatste kilometers moest hij de rol lossen.
Na de laatste bocht duwde Guido nog een tandje bij en zou net als Merckx en Van Impe als eerste de top bereiken. Niet dat dit enig belang had, het voornaamste was dat alle vier de terrilhackers, Theo, Marc, Jos en Guido, met bravoure deze test hadden doorstaan.
Er werd met enige fierheid op de 2641 m hoge col geposeerd en genoten van het schitterende uitzicht, de grens tussen de departementen Savoie en Les Hautes-Alpes.
Na een mooie afdaling kwamen we terug in Valloire aan om er onze vrouwen te vervoegen. Een hapje, een drankje en een kleine wandeling door het stadje volgde als beloning. De zon leverde haar bijdrage aan de apotheose van onze uitstap naar de Alpen.

Alhoewel

… ’s avonds werden we vergast op een heerlijke afsluiter met kaas raclette en kaas fondue, de omelet norviegiene en tot slot La Grolle savoyarde ou la Coupe d’amitié. Volgens sommige staat het correct gebruik van dit ritueel garant voor een lange periode van goede seks maar laat het ons maar vooral houden bij de coupe d’amiltié.
De gemoedelijkheid, de gezelligheid en de samenhorigheid tijdens ons verblijf in St. Sorlin d’ Arves waren er het mooiste bewijs van.
Nog even een bedankje aan de vrouwen, die hun eigen programma uitvoerden en de mannen hun ding lieten doen, een bedankje aan Theo, Marc, Jos en Willy voor het fijne gezelschap, een bedankje voor Jos in het bijzonder die de regeling met het hotel verzorgde en het programma uitwerkte.
Het was beslist de moeite, er mag wat mij betreft nog meer van dat volgen.